woensdag 10 juni 2009

op de vuist met : vuijsje

REACTIE OP ALLEEN MAAR NETTE MENSEN

Het lezen van “Alleen maar nette mensen” van Robert Vuijsje, heeft een stroom van reacties voortgebracht, die vooral onder de Surinamers tot verontwaardiging, woede, frustratie en nog meer emoties leidt. Je kunt je afvragen in hoeverre dit terecht is en of de lezer de diepere bedoelingen van de schrijver voldoende heeft doorgrond, de zelfkritiek heeft begrepen. In de vele analyses die het boek opriep, komen diverse al dan niet genuanceerde meningen naar boven. Zo wordt bijvoorbeeld gesteld dat Vuijsje de Surinaamse vrouw afschildert als een niet al te intelligente vrouw met vooral lichamelijke kenmerken die neerkomen op een supersize boezem maat 95F en een dikke achteruitstekende bilpartij, ongetwijfeld ontleend aan de Afrikaanse Zoeloekoningin, plus een geconstrueerd bewerkelijk kapsel, veel goud en onelegante kleding en haar aldus belachelijk maakt. Dat de schrijver hiermee zijn eigen ras evenzeer beperkt tot de twijfelachtige categorie wellustige Joodse mannen, die niet kunnen klaarkomen bij de eigen kleurloze partner van weliswaar vergelijkbare financiĆ«le en intellectuele vermogens en daarom buiten de deur moeten gaan eten, ontgaat menigeen. Net zo min als hij hiermee de Surinaamse vrouw in al haar schakeringen typeert, doet hij dit met de Joodse man, die hij bovendien associeert met de dubieus bekend staande Marokkaan.
Het is dus zaak dat de lezer zich wat kritischer opstelt bij het beoordelen van de bedoelingen van de schrijver.

Wat wel een terechte bron van zorg is, is dat men zich mag afvragen of de jongeren, die dit boek op scholen voorgeschoteld krijgen deze analyse zullen maken en niet onmiddellijk de vooroordelen zullen hanteren die hier ogenschijnlijk de kop opsteken. Het is dus zaak het doorgeven van dit boek vergezeld te doen gaan van een pedagogisch verantwoorde leeswijzer, zodat de juiste nuancering optreedt.
Tot nu toe heb ik de reacties uit Suriname gemist en ik roep daartoe de Schrijversgroep 77 op van zich te laten horen.

Mijn eerste reactie bij het lezen van dit boek was gemengd.
In het eerste hoofdstuk trof mij de knappe analyse van de vooroordelen tussen allochtone groepen. Verder in het boek vond ik het verhaal amusant maar oppervlakkig en vroeg ik mij af of dit een prijs verdiende.
Aan het eind kreeg mijn eerste reactie weer de overhand, toen ik mij realiseerde welke dubbele bodem hier in zat. De vele discussies die hierna gevoerd werden gaven een genuanceerder beeld van schrijver en boek.

Als Surinaamse vrouw kan ik mij niet identificeren met de vrouw in het boek, al voel ik mij solidair met haar. Ook al zou ik de zelfde uiterlijke kenmerken hebben, dan zou ik niet boos kunnen worden. Het is maar 1 type van onze rijk geschakeerde Surinaamse vrouw en als zodanig niet representatief voor de hele vrouwelijke bevolking van Suriname. Niet elke blanke Joodse man ziet er toch uit als Robert Vuysje.

Het zou aanbeveling verdienen onze reacties als schrijvers te bundelen tot een leeswijzer voor de jongeren overal in de wereld. En eerlijk gezegd. Wie is niet jaloers op een bestseller die in 50 talen wordt vertaald?

Utrecht, 7 juni 2009
Carry-Ann Tjong-Ayong,
schrijver